Onze voorlopig laatste treinreis.

Dinsdag jl. was ons jongste kleinkind Nina jarig. Zij werd 9 jaar, dus planden opa & oma een reis naar de woonplaats van Nina zijnde Vlaardingen. Een hele reis qua reistijd, dus maar inclusief een overnachting in het mooie hotel DELTA, prachtig gelegen aan de Nieuw Maas met ieder uur ruim honderd voorbij varende grote en kleine boten.

De reis kon per auto en per trein. We hebben zo`n senioren abonnement voor de trein van een dikke 80 euro p.p. en door de coronaperikelen is dit abonnement al heel lang niet benut. Om de NS te steunen in de coronatijd hadden we het abonnement niet opgezegd. Coronaveilig te reizen per spoor was mogelijk. De NS geeft bij de routeplanning de coronaveiligheid aan door groene of rode icoontjes met ook nog verschillende gradaties van drukte en dus van meer of minder corona-veiligheid. Wel een ietsje langere reis (via Leiden was korter), meer dan 4 uren reizen, maar bij onze reis stond corona-veiligheid voorop. En we reisden ook nog 1e klas daar deze bijna altijd iets rustiger is dan de 2e klas. De heenreis dinsdag liep voorspoedig en de 1e klas was daadwerkelijk veel rustiger dan de wel volle 2e klas.

Woensdag (gisteren) dus de terugreis. Het eerste stuk per Metro, daar recent de NS geen treinverbinding meer onderhoudt met Vlaardingen. Het station Vlaardingen Centrum staat dan ook te koop of te huur. Met de Metro naar Schiedam.

Aangekomen in Schiedam gingen we zitten in de NS-trein naar Rotterdam-CS. Maar die trein bleef stil staan: er was een storing bij Dordrecht. Op het perron naast onze trein stopte een (normaal gesproken de volgende) trein met een zelfde reisdoel en die ging misschien wel. Toen het treinpersoneel van onze trein aangaf dat de trein niet verder kon ging iedereen uit de trein en ging de hele groep zitten in de al redelijk vol zittende opvolgende trein. Dat was uiteraard niet meer Corona veilig.

Na een wachttijd gaf het treinpersoneel aan: ook deze trein kan niet verder reizen. “Probeer maar de Metro”. Dus stroomde de trein snel leeg, uitchecken  en inchecken richting de Metro met een groep van een paar honderd reizigers. Uiteraard ook corona-onveilig.

Vanuit Schiedam is er geen directe Metroverbinding met Rotterdam CS, dus moest er worden overgestapt. Hier maakte ik een foutje: we gingen wel in de juiste Metrolijn (Bleu), maar de verkeerde kant op. Dus weer uitstappen en instappen.

Met de Metro dus naar Rotterdam CS. In Rotterdam aangekomen kozen we voor de trein naar Utrecht CS om daar de trein naar Groningen CS te kunnen nemen. De reis naar Utrecht verliep rustig en zonder een probleem. Er was nog wat tijd over voordat de trein naar Groningen zou vertrekken, dus we hebben nog iets van het vernieuwde winkelcentrum Hoog Catharijne kunnen bekijken. We waren precies op tijd bij de trein naar Groningen, maar …….. die reed niet, die treinreis bleek geheel geannuleerd. Dus bij de informatiedesk gevraagd ‘hoe komen we nu in Groningen?”. Het antwoord was: via de Hanzelijn. We moesten eerst met de trein de andere kant weer op, naar Amsterdam Zuid reizen, en vandaar naar Groningen CS. En dat klopte. Wel was de trein naar Groningen CS iets te vol om coronaproof te kunnen reizen.

In Groningen GS overgestapt op de Arriva-trein naar Scheemda. Daar wij reisden met de seniorenkaart, waren onze digitale treinkaartjes met korting niet geldig tijdens de spits, dus moesten we bijbetalen. Bij het voor ons laatste station (Zuidbroek) was een oponthoud wegens te veel drukte op het spoor waardoor we ruim 10 minuten moesten wachten. Ædda bedacht dat we wel toe waren aan een krentenbol. Tijdens het eten van de krentenbol ging de deur open van de machinist en die gaf ons aan dat het verboden was te eten in een Arriva-trein, “en dit al helemaal in de coronatijd gezien uw onbedekte mond”, dus een deel van de krentenbollen verdwenen in een afvalbak. Totale reistijd van Vlaardingen naar Scheemda: 7 uren. Nu is het afwachten of we een coronabesmetting hebben opgelopen. Bij een volgende verjaardag van een kleinkind zullen we vermoedelijk met de auto gaan

17-11-2021

Voor de discussie: Ouderen zijn de belangrijkste doelgroep voor de kunst- & cultuursector

In de zoektocht naar een nieuwe en grotere doelgroep trachten culturele organisaties jongeren te interesseren voor hun activiteiten. Ook binnen verschillende gremia in onze gemeente Oldambt wordt vaak gesproken over het stimuleren van de jeugd om jongeren beter te laten participeren in het culturele veld. Het is zeker belangrijk om de jeugd in aanraking te laten komen met kunst & cultuur. Immers wat ze niet kennen daar kunnen ze ook niets mee. De jeugd gaat evenwel niet graag naar een toneelvoorstelling. Opera wordt geclassificeerd als “saai”. Balletvoorstellingen zijn “slaapverwekkend” of “stom”. Gemiddeld wordt een culturele uitstap door de jeugd nauwelijks gewaardeerd. (Paul Schnabel)

Nochtans helpt bv. theater bij de ontwikkeling van jongeren. Het brein leert eruit en de verbeelding wordt erdoor verrijkt. Musea en cultureel erfgoed dragen bij tot het historisch besef van de jeugd. Acteren geeft mensen ook de kans om stoom af te blazen. Je kan en mag er helemaal voor gaan, het is toch maar spel. Toch is het bij de jeugd niet meer ‘in’ om op een zaterdagavond netjes gekleed naar een voorstelling te gaan en ook theatergroepen barsten niet uit hun voegen door grote hoeveelheden van jonge leden.

Binnen vergaderingen ben ik vaak de enige die aangeeft dat er inderdaad geld en aandacht moet gaan naar kunst & cultuur richting de jeugd, maar dat de meeste aandacht in de inspirerende wereld der kunst & cultuur in mijn optiek moet uitgaan naar de markt van ouderen t/m bejaarden. De kunst- & cultuursector heeft mede op initiatief van meerdere overheden vele maatregelen genomen om de vergrijzing van het publiek tegen te gaan en jongeren te interesseren voor alle vormen van kunst & cultuur. Deze visie van jongeren te verleiden tot cultuurparticipatie is te begrijpen maar zal op korte termijn geen oplossing bieden voor de financiële zorgen van de kunstinstellingen. Een constructief beleid dat zich naast het bereiken van jongeren ook zal richten op het bereiken van 50-plussers kan mogelijk meer financiële ruimte bieden. Kunst & cultuurinstellingen gaan vaak voorbij aan voor hen zeer belangrijke doelgroepen die niet alleen geld hebben te besteden, maar daar ook nog eens tijd voor kunnen vinden en dat zijn de ouderen. Daar de groep ouderen ook demografisch gezien groeit is bij voorbeeld het concertbezoek een duidelijke groeimarkt geworden. Theater De Klinker heeft als belangrijkste doelgroep om rendabel te kunnen draaien niet de jongeren nodig, maar wel de ouderen. Ouderen zijn dè doelgroep voor de toekomst van kunst & cultuur.

In het jaar 2000 bedroeg het aantal concertbezoeken in Nederland 5.300.000. Voor de periode met coronaperikelen, dus in het jaar 2019, bedroeg het aantal concertbezoeken 9.400.000, een stijging van maar liefst 77%. Het publiek bestaat nu al voor ruim 60% uit ouderen. Een ander voorbeeld is het museumbezoek. In 2000 waren er 20.000.000 museumbezoeken in Nederland. In 2019 maar liefst 33.000.000, een stijging van 65%. Er is dus marketingtechnisch sprake van een duidelijke en interessante groeimarkt voor kunst & cultuur.

Het aantal inwoners van onze gemeente Oldambt bedraagt in 2021 ongeveer 38 duizend. De groep jonger dan 20 jaar neemt ieder jaar iets af: 1950 – 37% van de bevolking, 1975 – 34%, 3000 – 24% en 2020 – 22%.  Basisscholen gaan dicht of moeten fuseren. De doelgroep van 50-plus bedraagt momenteel ongeveer 43% van de Oldambtster bevolking, waarbinnen de groep van 65-plus de snelst groeiende groep is. Kenmerkend voor de doelgroep van ouderen is dat deze geld en tijd heeft voor kunst & cultuur. Het SCP gaf dan ook aan: “dat de kunstwereld moet profiteren van de groeiende groep van kapitaalkrachtige senioren met een zee aan vrije tijd”.

Wat deze groep van ouderen de komende jaren nog interessanter maakt is de dubbele vergrijzing. Daarmee wordt bedoeld dat ten eerste meer mensen in het Oldambt dan in het verleden met pensioen gaan en dat komt doordat in onze gemeente de leeftijdsgroep van tussen de 40 en 65 jaar zo groot is: maar liefst 34% van de huidige Oldambtster bevolking. Maar ten tweede dat de reeds gepensioneerden gemiddeld langer leven en ook veel meer actief en ondernemend blijven. Door deze twee oorzaken groeit de grijze doelgroep van 65-plus in onze gemeente in aantal meer dan gemiddeld in Nederland en blijft ook de komende jaren doorgroeien. In het nabije verleden maakten 80-plussers nauwelijks zelfstandig een bezoek aan kunstinstellingen, maar in 2021 is dat al geheel veranderd en deze ontwikkeling zet zich versterkt door mede dankszij de medische wetenschap. Zelfs 80-plussers vormen daardoor een nieuwe interessante doelgroep voor kunst & cultuur.

Mijn stelling: de groep van ouderen binnen de gemeente Oldambt heeft gemiddeld genomen meer interesse in kunst & cultuur dan jongeren, heeft tijd en geld voor cultuurdeelname en wordt de komende jaren 2,5 keer groter dan de groep van 0 tot 20 jaar. Beleidsmakers in de cultuursector anticiperen in hun marketingplannen te weinig op de vergrijzing van het publiek voor kunst & cultuur.

Wat zijn de argumenten van ouderen om GEEN gebruik te maken van cultuurparticipatie?

  • Tijdgebrek. Maar in werkelijkheid hebben senioren de meeste vrije tijd. Een gemiddelde Nederlander heeft 44 uren aan vrije tijd per week en de bejaarde maar liefst 60 uren. (SCP)
  • Het hebben van andere prioriteiten.
  • De kosten van het toegangskaartje of de kosten van deelname.
  • De akoestiek. Naar mate de senior ouder wordt, is het kunnen verstaan bovengemiddeld belangrijk.
  • Zicht op het podium.
  • Volgens het instituut PON zijn voor ouderen van belang: comfort, toegankelijkheid, verstaanbaarheid in de zaal en zitcomfort.

Mogelijkheden voor extra cultuurparticipatie van ouderen?

  • Er bestaat duidelijke interesse van ouderen voor de combinatie van culturele activiteiten met andere activiteiten, zoals bv. met een etentje.
  • Ouderen zoeken vaak naar verdieping waardoor er bij voorbeeld een groeimarkt bestaat voor de combinatie van een toneelstuk met een separate lezing met verdieping over de inhoud van de toneelvoorstelling.
  • Ouderen hebben meer behoefte aan sociale contacten. De Vereniging voor Schouwburg- en Concertdirecties (VSCD) ziet mogelijkheden voor initiatieven voor ouderen die inspelen op het sociale aspect.
  • De kunstsector moet bij bejaarden vooral reageren op de duidelijk aanwezige behoefte aan verdieping. (Trimbos-instituut) Bij voorbeeld cursussen kunstgeschiedenis en filosofie worden in toenemende mate bezocht door ouderen.

Waar kunnen we wat mee over dit onderwerp uit meerdere onderzoeken?

  • Om potentiële vergrijsde cultuurparticipanten binnen te halen zijn onderwerpen met  verdieping en mogelijk sociaal contact essentieel in de marketingaanpak. Daarnaast zijn ook comfort en gemak belangrijk.
  • “Komen kinderen in een museum, dan is dat samen met hun opa en oma” (Heleen Crul). “Helaas speelt geen enkel museum daaropin met gerichte advertenties.”
  • “Ouders hebben minder tijd dan grootouders om kinderen cultuurparticipatie en cultuureducatie mee te geven.” (Dirk Sikkel)
  • “Het blijkt dat 30% van de grootouders in Brabant regelmatig iets cultureels onderneemt met de kleinkinderen en 18% dit nog niet doet, maar zou dit wel graag in de toekomst doen”. (Thomas Brouwer) Die 18% moeten we dus benaderen.
  • Naar mate de leeftijd toeneemt gaan ouderen vaker gedwongen alleen naar een galerie, museum of theater. De sociale functie van cultuurdeelname neemt toe bij het wegvallen van bij voorbeeld de levenspartner. Galeries tot concertzalen moeten de sociale functie voor ouderen intensiever oppakken.
  • Schouwburgen moeten zich niet alleen bezighouden met de kaartverkoop, maar zich actiever richten op zaalverhuur. Bij zaalverhuur ligt het financiële risico niet bij de schouwburg.
  • Alleen ouderen komen graag af op klassieke dansvoorstellingen.
  • Nationaal blijft de culturele participatie van allochtonen duidelijk achter.

Ook trendwatcher Adjiedj Bakas, die wij in het verleden met succes naar Scheemda hebben gehaald voor een lezing, heeft adviezen voor bij voorbeeld De Klinker.

  1. Pleidooi voor speciale ouderenvoorstellingen.
  2. Speel in op eenzaamheid. Een of de vier mensen is eenzaam.
  3. Datingservice voor ouderen zou een nuttige service van het theater kunnen zijn.
  4. Theaters en schouwburgen zouden meer moeten variëren met hun aanvangstijden.
  5. Ouderen gaan liever `s avonds de deur niet meer uit. Programmeer meer matinees.
  6. In Berlijn lopen voorstellingen voor ouderen extreem goed met lunch of diner en dan tussen 17.00 en 20.00 uur.

Opgesteld te Scheemda voor interne discussie, onder meer bij het CPO / mei 2021 / K.B. (Kees) van Slochteren. Zonder bronnenvermelding niet geschikt voor publicatie.

Column van Kees nummer 4 van 2020

DEMOCRATIE.

Binnenkort mag u weer stemmen. We leven in een democratie. Maar wie bepaalt op wie u kunt stemmen? Is het wel een echte democratie in Nederland?

In Nederland wonen ongeveer 17 miljoen inwoners waarvan de laatste 25 jaar gemiddeld slechts ongeveer een 300.000 mensen lid zijn van een politieke partij. We hebben in Nederland zo`n 28 politieke partijen die nauwelijks kunnen bestaan van de verkregen contributies van hun leden en daarom per jaar samen ongeveer 15 miljoen euro aan rijkssubsidie ontvangen. De gemiddelde leeftijd van leden van een politieke partij ligt rond de 60 jaar. Een deel is hoogbejaard en komt niet meer op vergaderingen. Van de leden van een politieke partij komt sowieso maar een klein gedeelte op belangrijke ledenvergaderingen (op ALV`s). Stel dat 1/3 van de leden belangrijke vergaderingen bezoekt. We kunnen dan vervolgens dacht ik stellen dat ongeveer in Nederland van die 300.000 leden van politieke partijen er 1/3 van het aantal leden, dus slechts een 100.000 personen, bepalen op wie u kunt stemmen. Zij verdelen de baantjes. Ze selecteren en rekruteren al het politieke “personeel”. Dus slechts 100.000 mensen maken in Nederland daadwerkelijk gebruik van onze democratie.

Gemeentelijk. De meeste politieke partijen hebben een gemeentelijke afdeling met een bestuur. Er zijn momenteel 355 gemeenten in Nederland. Een gemeentelijke afdeling van een politieke partij heeft meestal 5 bestuursleden. 5 x 355 = 1.775 personen per partij. Het aantal politieke partijen in Nederland bedraagt 28. Indien we aannemen dat iedere gemeente van die 28 partijen er maar 10 partijen zijn die goed zijn georganiseerd dan bedraagt het gemeentelijke bestuur van alle politieke partijen in Nederland 1.775 x 10 = 17.750 personen. Het aantal commissieleden, raadsleden plus wethouders is ongeveer 34 per gemeente. Daar spreken we dus over 355 gemeenten x 34 = 12.070 personen. Totaal  zijn dus gemeentelijk politiek actief 17.750 + 12.070 = 29.820 personen.

Provinciaal. Politieke partijen hebben vaak ook een provinciaal bestuur. Volgens mijn voorzichtige inschatting zijn daar minimaal een 12 x 10 x 5 = 600 personen bestuurlijk actief. Het aantal gekozen leden van provinciale staten bedraagt 570. Tel daarbij op een aantal fractiemedewerkers en de ongeveer 5 gedeputeerden per provincie dan komen we uit op 600 + 570 + 90 = 1.260 personen provinciaal actief in de politiek.

Nationaal. Politieke partijen hebben gebruikelijk ook een nationaal bestuur. We kennen 28 partijen in Nederland. Die hebben een bestuur, administratief personeel, soms een wetenschappelijke raad. Ze hebben leden van de Tweede Kamer, fractiemedewerkers en leden van de Eerste Kamer. Heel voorzichtig ingeschat dan spreken we nationaal zeker over minimaal een 700 personen.

Indien we de politiek actieve leden binnen alle politieke partijen gemeentelijk, provinciaal en nationaal bij elkaar optellen, dan praten we dus over 29.820 + 1.260 + 700 = globaal een 32.000 personen. Dus we kunnen stellen dat van die eerder genoemd aantal van 100.000 personen die actief deelnemen aan onze democratie ongeveer 1/3 een baan of een baantje heeft binnen de politiek. Van gemeenteraadsleden tot en met de leden van de Tweede Kamer. Die 100.000 actieve leden verdelen alle 32.000 banen en baantjes in Nederland. Een bedroevend klein circuitje van mensen die elkaar kennen en elkaar helpen. Indien u samen met twee vrienden lid wordt van een politieke partij dan krijgt statistisch gezien1 van uw drieën een politieke baan of baantje, als lid van een Gemeenteraad tot en met lid van de Tweede Kamer.        

Indien u geen lid bent van een politieke partij dan kunt u nooit bepalen wie er op een stembiljet komen. Dat moet anders. Het is beschamend hoe weinig Nederlanders lid zijn van een politieke partij. Indien u geen lid bent van een politieke partij dan draagt u nauwelijks bij aan de democratie in Nederland en stemt u slechts op basis van wat erin de media wordt gezegd en geschreven. Daarom hier een oproep aan 16 miljoen 700 duizend Nederlanders. Uw kennis hebben we in Nederland nodig. Wordt allen vandaag nog lid van een politieke partij want alleen via een politieke partij kunt u invloed uitoefenen op onze actuele politieke problemen en kunt u zorgen dat de juiste mensen op verkiesbare plekken komen van onze stembiljetten.

Publicatie van de columns van Kees via de website: www.keesvanslochteren.nl .

K.B. van Slochteren. Oktober 2020.

Column van Kees nummer 3 van 2020

CONTANT GELD NIET AFSCHAFFEN.

Laten we hopen nu de Rabobank in Scheemda dicht is en het bankgebouw te koop staat dat er nog wel zo`n gele geldautomaat (cashmachine) in Scheemda zal komen en blijven.

De banken en onze overheid proberen gezamenlijk ons het gebruik van munten en bankbiljetten (het gebruik van “chartaal geld” heet dat officieel) te ontmoedigen. Wij moeten zoveel als mogelijk met de pinpas betalen. Contant geld is nog een wettig betaalmiddel, maar winkels zijn nu al niet meer verplicht contant geld aan te nemen. Er zijn steeds meer voorstanders die al het contante geld helemaal willen afschaffen. Niet alleen in Nederland maar ook in Denemarken en Duitsland zijn voorstanders van het afschaffen van contant geld bezig met de eerste wetvoorstellen over het afschaffen van contant geld.

Bij bv. het Grasnapolsky Festival in Scheemda kon alleen maar met de pin worden betaald. Er zijn momenteel ook meerdere winkels (zoals de groentewinkels van Marqt) die contant geld weigeren en gaan voor pin-only. Graag wil ik de discussie hierover wat aanzwengelen. Het lijkt mij persoonlijk erg belangrijk dat de burger zijn contante geld niet laat afpakken, want contant geld is vrijheid.

Waarom moeten wij dan van onze overheid en van onze banken bij voorkeur met de pin betalen en groeit hun wens van het helemaal afschaffen van contant geld?

Er zitten natuurlijk ook voordelen aan het afschaffen van contant geld:

  1. Minder kosten voor bedrijven zoals winkels. Digitaal geld is voor hen minder arbeidsintensief op de werkvloer (bv. bij het controleren, beveiligen, kassa`s tellen, etc.) dus voordeliger dan contant geld.
  2. Minder misdaad. Contant geld verbieden dwingt criminelen digitaal te betalen. Overboekingen van steekpenningen, afpersingen en fraude zijn digitaal gemakkelijker terug te vinden dan indien er contant wordt betaald. ( Ongetwijfeld komen er later wel nieuwe mogelijkheden bij voor de misdaad bij voorbeeld via bitcoins en andere digitale munten.)
  3. Minder belastingontduiking. Als contant geld wordt afgeschaft moet je wel belasting betalen om te kunnen beschikken over de winsten.

Een aantal nadelen van het afschaffen van contant geld:

  1. We hebben geen invloed op hoeveel de banken aan ons willen verdienen. De banken zullen ongetwijfeld alle mogelijke werkzaamheden in rekening brengen en alle transactiekosten geleidelijk verhogen. Contant betalen kost niets. Vroeger kregen we zelfs 2% korting bij contant betalen
  2. Uw privacy is bij pin-only weg. Uw bank, uw overheden en zelfs IT-criminelen in het buitenland hebben bij digitaal betalen onmiddellijk kennis van uw bezoek aan de supermarkt, kledingzaak, sauna, café, restaurant, sigarenboer en bordeel. Economen zullen genieten van alle mogelijkheden die hun inzicht op door hen geanalyseerde digitale uitgaven biedt. Indien ze bij voorbeeld zien dat u vaak naar de slijter gaat, dan wordt uw ziektekostenverzekering duurder want dan bent u een alcohollist. U kunt bij uw bestedingen die afwijken van de gemiddelde Nederlander een corrigerend telefoontje of een indringend mailtje verwachten.
  3. Uw contant geld is alleen afhankelijk van uzelf. Dus altijd betrouwbaar en zit in uw portefeuille of kluisje. Digitaal geld verdwijnt soms zo maar door internetfraude en internetdiefstal, waarvoor de politie niet altijd tijd heeft om dit op te lossen. Uw bank is niet verplicht digitaal verdwenen geld aan u te vergoeden. Bij contant geld kunt u altijd zo bij. Maar als uw bank failliet gaat zal het een lange periode zeer lastig zijn om digitaal (nu nog met een garantie van de overheid, dat wel) via een andere bank bij uw verdwenen geld te komen. Het is al lastig om bij uw digitale geld te komen bij een serieuze stroomstoring of bij een cyberaanval uit bv. de Oekraïne, door skimmen en phishing of simpelweg door een scheurtje in uw bankpasje. Digitaal geld is ook extra lastig voor ouderen, voor minder begaafde mensen en gehandicapten.
  4. Nederland is welvarend mede door het vele zwarte geld. Een zevende deel van onze economie gaat volgens het Parool zwart. En zwart geld moet worden wit gewassen om te kunnen uitgeven. Zwart geld sparen is digitaal nagenoeg onmogelijk en daarom wordt zwart geld voor een belangrijk deel vrij snel uitgegeven en dat heeft een positief effect op de economie via bv. de extra omzet in winkels en de horeca. ( De omzet in ecstasy is in Nederland vele malen groter dan de totale omzet in zuivel.)  

De voordelen van het afschaffen van contant geld wegen zeker niet op tegen de nadelen. Al uw gangen zijn bij alleen digitaal betalen gemakkelijk na te gaan en uw uitgavenpatroon is goed te controleren. Willen we dat? Nederlandse banken hebben al een flinke boete gekregen omdat ze de gegevens van uw aankopen in winkels verkochten. Contant geld moet blijven. Indien u altijd met de pinpas betaalt en altijd internetbankiert dan zullen ook de allerlaatste vestigingen van banken in onze regio opdoeken. Moeten we dan van euro`s over gaan op decentrale geldsystemen zoals bitcoins?

Publicatie van “de columns van Kees” via de website: www.keesvanslochteren.nl .

K.B. van Slochteren. September 2020.

Column van Kees nummer 2 van 2020

BRAINDRAIN.

Toen Ædda en ik in Scheemda kwamen wonen waren het Postkantoor en de ABN-bank net verdwenen, maar de Rabobank had in de gemeente Scheemda nog steeds maar liefst 6 filialen.

Vandaag ontving ik een brief met de mededeling dat zelfs de laatste vestiging van de Rabobank in de ex-gemeente Scheemda definitief gaat sluiten. Alle zes filialen van de Rabobank in onze ex-gemeente Scheemda zijn nu verdwenen. Het waren ontmoetingsplekken voor de inwoners om kennis op te doen over geld, bedrijfsfinanciering, sparen en over het investeren. Ook de lokale werkgelegenheid is door het sluiten van de 6 bankfilialen kleiner geworden. Dat banken verdwijnen stimuleert de krimp want de werkgelegenheid in de bancaire sector die overblijft zal verhuizen (of is al verhuisd) en zal zich op termijn in Nederland nog meer centreren om uiteindelijk te worden gevestigd in een zeer klein aantal “hoofd” kantoren.

Vroeger ging bv. een startende ondernemer naar de lokale bank in zijn of haar dorp en werd hij persoonlijk geholpen door een deskundige bankmedewerker die de lokale markt kende. Het min of meer lokale geld (de Rabobank werd ook wel genoemd de brandkast van het platteland) en de lokale kennis hierover verdwijnt of is al verdwenen. Wat veel mensen zich niet realiseren dat deze ontwikkeling een braindrain is met verstrekkende gevolgen: de bancaire kennis en binding verdwijnt op het platteland en versterkt de kloof tussen platteland en de randstad. Het platteland wordt meer afhankelijk van de randstad. Een startende ondernemer dient nu zijn krediet en/of hypotheek bij voorkeur online te regelen en moet voldoen aan steeds meer algemeen gestelde criteria.

De bankemployee die eerst in Oost-Groningen vier hypotheekgesprekken op een dag moest voeren wordt nu door zijn bank fundamenteel anders ingezet (mede door de corona-crisis: nu bij voorkeur via een videogesprek bij de employee thuis achter de computer) als bankadviseur van klanten in een groter gebied en doet nu digitaal acht hypotheek videogesprekken per dag via het beeldscherm. Laatst had ik via een videochat contact met mijn eigen hypotheekadviseur en die bleek in Amersfoort te wonen en te werken. Dit terwijl toen ik ging wonen in Scheemda heel bewust had gekozen gebruik te maken van een plaatselijke bank en een plaatselijk verzekeringskantoor in eigen dorp. Wat geldt voor de banken, geldt ook voor verzekeringskantoren. Ook zij verdwijnen uit het platteland of zijn al verdwenen

Volgens Vincent Everts kost ieder bezoekje van u aan de bank momenteel gemiddeld ongeveer 60 euro. Dus als u een bankfiliaal kunt vinden in de regio om bv. een paar euro`s te wisselen voor dollars, dan kunt u zo uitrekenen hoeveel de bank daaraan verliest. Een vestiging in een dorp is helaas niet meer rendabel voor een bank. Internet deed de Post pijn, de gsm het telefoonnetwerk en Netflix de kabelmaatschappijen. De geschiedenis verandert ook de bancaire sector.

Laten we hopen dat er in Scheemda een geldautomaat (cashmachine) blijft …….

Publicatie van deze column via: www.keesvanslochteren.nl .

K.B. van Slochteren. Augustus 2020.

Kenmerk van de onderhavige braindrain is dat goed opgeleide mensen gefaseerd het platteland verlaten door te gaan werken voor Randstedelijke bedrijven waardoor de mogelijkheden van het platteland afnemen.

Column van Kees nummer 1 van 2020

Onze gemeente Oldambt ontvangt uit het gemeentefonds maar liefst 35% meer dan gemeenten in Nederland gemiddeld ontvangen ( 2.410 euro per inwoner). De gemiddelde inwoner van de gemeente Oldambt betaalde aan OZB 40% meer dan landelijk gemiddeld. (landelijk 241 euro per persoon, in de gemeente Oldambt 337 euro). En dan klaagt de gemeente Oldambt dat ze niet rond kan komen en wil ze daarom de gemeentelijke belastingen zoals de OZB gefaseerd zeer fors verhogen. Een zeer onlogische reactie.

De gemeente Oldambt staat er met grote tekorten op de begrotingen financieel slecht voor. Maar waarom moet onze gemeente Oldambt de tekorten in haar gemeentelijke bedrijfsvoering zonder schaamte gaan ophalen bij haar inwoners? Het aantal betaalde banen van de burgers binnen de gemeente Oldambt ligt 19% lager dan landelijk gemiddeld in Nederland. Het aantal bijstandsuitkeringen ligt 44% hoger dan gemiddeld. Het aantal mensen met een hoog inkomen ligt 60% lager dan landelijk gemiddeld. En het aantal faillissementen lag in 2019 maar liefst 74% hoger dan gemiddeld in Nederland.

Beseft de gemeente Oldambt wel dat haar inwoners leven in omstandigheden met financiële problemen en dat die problemen vergroot worden door de coronacrisis? Harder geraakt worden dan de gemeente zelf? Veel ondernemers hebben of zullen de komende periode door de coronacrisis hun deuren moeten sluiten. Flexwerkers en mensen met een oproepcontract of een tijdelijke baan raken hun banen kwijt. Gepensioneerden hebben al meer dan 10 jaren moeten bemerken dat hun pensioen niet is geïndexeerd. Inwoners, die eerder al met heel veel moeite nauwelijks konden rondkomen, komen nu in de problemen doordat de gemeente Oldambt de OZB gefaseerd zeer fors gaat verhogen. De politieke partijen zouden moeten eisen dat de OZB in de gemeente Oldambt niet wordt verhoogd maar, veel beter, dat de OZB fors zal moeten worden verlaagd om te komen op minimaal het landelijke gemiddelde. Of gezien de lage inkomens bij de burgers van onze gemeente Oldambt zelfs te streven naar een lagere OZB dan het landelijk gemiddelde.

De gemeente Oldambt zou in plaats van de gemeentelijke belastingen te verhogen kunnen gaan bezuinigen door de eigen organisatie efficiënter en effectiever te maken. Er zijn vele gemeenten in Nederland van vergelijkbare omvang als de gemeente Oldambt met 6 ambtenaren per duizend inwoners; de gemeente Oldambt geeft op haar website aan 400 medewerkers te hebben op 38.000 inwoners en dat zijn 10,5 ambtenaren per 1000 inwoners. Het lijkt dus logisch om het aantal ambtenaren fors te verminderen indien die 400 medewerkers ook 400 fte`s zijn. Maar er zijn zelfs gemeenten in Nederland met minder dan 6 ambtenaren per 1.000 inwoners ……

De OZB per inwoner bedroeg in de gemeente Oldambt vòòr de komende grote verhogingen van meer dan 5% per inwoner 337 euro. In de gemeente Aa en Hunze bedraagt de OZB per inwoner slechts 173 euro, in de gemeente Tynaarlo 165 euro, in Stadskanaal 208 euro, in Midden Drenthe 190 euro. Gemeente Oldambt kijk eens bij andere gemeentes. Leer van andere gemeentes. Gemeente Oldambt, ga je tekorten niet halen bij de inwoners. Leg niet de rekening neer bij je burgers maar hervorm de eigen organisatie. Kies voor een efficiëntere bedrijfsvoering en ga veel forser bezuinigen.

Publicatie van deze column via: www.keesvanslochteren.nl .

K.B. van Slochteren. Juli 2020.