Henriëtte en
Frans hebben mij gevraagd voor de opening van vandaag inzake de tentoonstelling
ZES QUADRAAT. “Hoe lang moet mijn verhaal duren Frans” vroeg ik aan Frans. Het
antwoord: “Nou zo`n 7 minuten want langer houden mijn gasten het niet vol want
ze willen graag aan de wijn”.
Maar later
las ik in een uitnodiging de onderwerpen die Frans van mij verwachtte en die gingen
van het opstellen van een marketingplan, het budgetbeheer, het aanvragen van
subsidies, bepaling van de doelgroepen en het beleid ten aanzien van promotie,
publiciteit en Pr, zowel conventioneel als digitaal, etc. etc…
Nu, dat ga
ik nu NIET behandelen, want daarvoor heb ik geen 7 minuten nodig, maar minimaal
3 dagdelen. Als lid van het Cultuur Platform van de gemeente Oldambt
organiseren wij voor u naast netwerkbijeenkomsten ook regelmatig avonden over
marketing en het aanvragen van subsidies voor kunst en cultuur. Daar moet u dus
zijn voor uw marketingplannen en subsidieverzoeken. Ook de gemeentelijke
sociale dienst geeft culturele workshops. Op meerdere van die avonden, waar
maar beperkt belangstelling voor is, draven meerdere subsidiegevers op, waarbij
bij voorbeeld iemand van het Mondriaanfonds of van het VSB-fonds direct mondeling
aangeeft of u in aanmerking zou kunnen komen voor subsidie. Een subsidieaanvraag
voor kunst en cultuur gelukt natuurlijk niet altijd want het totaalbedrag van alle
aanvragen voor culturele subsidies ligt hoger dan het beschikbare budget, maar
gemiddeld kan men stellen dat bij een degelijk marketingplan ongeveer 30% van
de subsidieaanvragen gelukt.
Beeldende kunst is een creatieve
bron. Beeldende kunst is de accu van mens en samenleving. Kunst laadt op en is
een van de drijvende krachten van de economie, maar kunstenaars hebben in financiële
zin zelf vaak het nakijken.
Een pijnlijk
voorbeeld hiervan is de inzet van kunstenaars als aanjager van
gentrificatieprojecten. Over gentrificatieprojecten denken we na in
Oost-Groningen. Dat zijn projecten van overheden die worstelen met verpauperde
wijken en buurten met veel leegstand. Aan kunstenaars worden dan die
leegstaande panden tijdelijk voordelig beschikbaar gesteld als ateliers, culturele
broedplaatsen of als expositieruimten. Als na verloop van jaren de buurt
zichtbaar herstelt en er een nieuwe trendy en levendige designomgeving
ontstaat, gaan projectontwikkelaars aan de slag om er een hippe modieuze
woonwijk van te maken. De nieuwe huur en koopprijzen hebben dan onmiddellijk
het effect dat kunstenaars verdreven worden. Van het hoge rendement dat
gemeenten en ontwikkelaars incasseren, vloeit niets naar de kunstenaars en die
waren toch de wegbereiders van het eerste uur.
Het gaat
slecht met de verkoop van kunst in Nederland. Maar liefst 65% van alle
kunstsubsidies gaat naar kunstmusea. Dat vind ik verkeerd. Die 65% zou moeten
gaan naar opdrachten voor kunstenaars.
Kunstmusea
zijn publieksmachines geworden met een marketingconcept gericht op bejaarden en
de toeristenindustrie. Musea zijn te veel bezig met het verleden. We moeten ons
meer richten op de toekomst. Lees in dezen ook het boek “Grand hotel Europa”
van Ilia Leonard Pfeiffer: heel Europa verouderd sterk, heel Europa wordt 1
museum voor toeristen, of je nu in Venetië, Parijs of Amsterdam bent. We zijn
onvoldoende toekomstgericht. We blijven achter bij landen als Japan, China,
Korea en India.
Beeldende
kunstenaars in Nederland behoren bij de BEST OPGELEIDE beroepsgroep (HBO) en
zijn gemiddeld van alle beroepsgroepen het slechts betaald. 73% heeft een
inkomen beneden de 20.000 euro bruto per jaar. Daar moeten we dus iets aan
doen. Onze gemeente Oldambt zou bij voorbeeld de 1% regeling consequenter
moeten toepassen. Deze regeling is opgenomen in de gemeentelijke cultuurnota en
geeft aan dat 1% van de bouwsom van nieuwe gemeentelijke gebouwen moet worden
besteed aan kunst. En dat zou de gemeente dan ook daadwerkelijk moeten doen
b.v. bij het bouwen van de Poort van Winschoten en de Blauwe Loper. De gemeente
Oldambt zou ook aan kunstenaars ateliers en woonruimte beschikbaar kunnen
stellen. We hebben in Oost-Groningen nogal wat krimp en leegstand. Dat moet dus
kunnen.
Voor de
gemeente Oldambt ben ik samen met anderen als “het Cultuur Platform van de
gemeente Oldambt” bezig met iets elementairs, zijnde het verzamelen van de
adressen van kunstenaars. Toen ik daarmee begon had de gemeente zèlf slechts de
adressen van 7 beeldende kunstenaars in haar bezit, absurd, terwijl er
statistisch gezien 273 personen beroepsmatig actief zijn binnen onze gemeente
Oldambt met de “schone kunsten”. Het aantal galeries in geheel Nederland neemt
af. Samenwerking tussen galeries onderling is dus wenselijk, ook in Bad
Nieuweschans. Het aantal betaalde personeelsleden in geheel Nederland bij alle
galeries tezamen bedroeg bij de laatste meting slechts 670 personen in
loondienst.
20% van de
Nederlandse bevolking doet in hun vrije tijd iets aan beeldende kunstbeoefening
en dat zorgt voor volle wanden in huiskamers en daardoor zijn deze amateurs
concurrenten geworden van de 15.500 beroeps beeldende kunstenaars in
Nederland. Van die 15.500
beroepskunstenaars heeft 43% een bijbaan nodig om het hoofd boven water te
houden. Kunstenaars zijn vaak niet bezig met hun eigen marketing, maar iedere
kunstenaar heeft wel zijn eigen publiek als doelgroep en dus is marketing
wenselijk. Gezien de verkopen in Nederland is internationaal gaan een verbeteringsmogelijkheid.
In het buitenland wordt relatief meer kunst gekocht en verkocht. De grootste kunstexpositie
in onze omgeving qua omzet en grootte is Nord Art in Büdelsdorf, waar ieder
jaar 250 kunstenaars exposeren uit meer dan 100 verschillende landen. Wie
ontbreken? De Nederlandse kunstenaars. Nord Art is een expositieruimte van ruim
honderd duizend vierkante meter kunst, zonder kunstenaars uit Nederland toen ik
er was (2 x), dat moet veranderen.
Maar
gelukkig is er ook de galerie WIEK XX, sedert 1977, van Henriëtte en Frans die
een eigen netwerk hebben opgebouwd van kunstverzamelaars en kunstliefhebbers.
Als kunstverzamelaar kunt u voor advies altijd terecht bij Henriëtte Mulder en
Frans Boersma, op hen moeten we zuinig zijn, zij kennen de kunstmarkt. Dat de
huidige exposanten van ZES QUADRAAT zich al 10 jaar verbonden voelen met
Galerie WIEK XX, dat moet toch wel iets zeggen voor u als kunstverzamelaar.
Ik wil graag
het voorgaande afsluiten met een kleine anekdote. Toen een journalist aan Jean
Paul Getty vroeg, (En J.P. Getty was de
eerste man met een bezit van meer dan een miljard dollar en is ook bekend door
zijn kunstcollectie in eigen drukbezochte musea.): “Meneer Getty, hoe bent
u nu zo rijk geworden?” was het antwoord: “De oorzaak van mijn rijkdom is dat
ik altijd op het juiste moment heb gekocht en verkocht. Kopen als het in de
markt slecht gaat en verkopen als de markt goed gaat “.
Ik raad u dus
aan nù kunst te kopen, want het gaat niet goed met de kunstmarkt, maar dat zal zeker
in de toekomst veranderen. Nù kunst kopen, want aan het geëxposeerde werk van
Zes Quadraat (en dat zijn Jannes Koetsier, Corry Zondergeld, Rachel Dieraert,
Steven Rutgers, Noëlla Roos, Rita Lenz plus als gast Ree Meertens), daaraan kunt
u vandaag zien dat de kunstmarkt snel duurder zal worden gezien de hoge
kwaliteit van de schilderijen van Zes Quadraat. Dank u wel voor uw aandacht.
K.B. van
Slochteren, september 2019. Bronnen: deels Raad voor Cultuur.