Openingsspeech van K.B. van Slochteren bij de vernissage zondag 8 september 2019 in galerie WIEK XX

Henriëtte en Frans hebben mij gevraagd voor de opening van vandaag inzake de tentoonstelling ZES QUADRAAT. “Hoe lang moet mijn verhaal duren Frans” vroeg ik aan Frans. Het antwoord: “Nou zo`n 7 minuten want langer houden mijn gasten het niet vol want ze willen graag aan de wijn”.

Maar later las ik in een uitnodiging de onderwerpen die Frans van mij verwachtte en die gingen van het opstellen van een marketingplan, het budgetbeheer, het aanvragen van subsidies, bepaling van de doelgroepen en het beleid ten aanzien van promotie, publiciteit en Pr, zowel conventioneel als digitaal, etc. etc…

Nu, dat ga ik nu NIET behandelen, want daarvoor heb ik geen 7 minuten nodig, maar minimaal 3 dagdelen. Als lid van het Cultuur Platform van de gemeente Oldambt organiseren wij voor u naast netwerkbijeenkomsten ook regelmatig avonden over marketing en het aanvragen van subsidies voor kunst en cultuur. Daar moet u dus zijn voor uw marketingplannen en subsidieverzoeken. Ook de gemeentelijke sociale dienst geeft culturele workshops. Op meerdere van die avonden, waar maar beperkt belangstelling voor is, draven meerdere subsidiegevers op, waarbij bij voorbeeld iemand van het Mondriaanfonds of van het VSB-fonds direct mondeling aangeeft of u in aanmerking zou kunnen komen voor subsidie. Een subsidieaanvraag voor kunst en cultuur gelukt natuurlijk niet altijd want het totaalbedrag van alle aanvragen voor culturele subsidies ligt hoger dan het beschikbare budget, maar gemiddeld kan men stellen dat bij een degelijk marketingplan ongeveer 30% van de subsidieaanvragen gelukt.

Beeldende kunst is een creatieve bron. Beeldende kunst is de accu van mens en samenleving. Kunst laadt op en is een van de drijvende krachten van de economie, maar kunstenaars hebben in financiële zin zelf vaak het nakijken.

Een pijnlijk voorbeeld hiervan is de inzet van kunstenaars als aanjager van gentrificatieprojecten. Over gentrificatieprojecten denken we na in Oost-Groningen. Dat zijn projecten van overheden die worstelen met verpauperde wijken en buurten met veel leegstand. Aan kunstenaars worden dan die leegstaande panden tijdelijk voordelig beschikbaar gesteld als ateliers, culturele broedplaatsen of als expositieruimten. Als na verloop van jaren de buurt zichtbaar herstelt en er een nieuwe trendy en levendige designomgeving ontstaat, gaan projectontwikkelaars aan de slag om er een hippe modieuze woonwijk van te maken. De nieuwe huur en koopprijzen hebben dan onmiddellijk het effect dat kunstenaars verdreven worden. Van het hoge rendement dat gemeenten en ontwikkelaars incasseren, vloeit niets naar de kunstenaars en die waren toch de wegbereiders van het eerste uur.

Het gaat slecht met de verkoop van kunst in Nederland. Maar liefst 65% van alle kunstsubsidies gaat naar kunstmusea. Dat vind ik verkeerd. Die 65% zou moeten gaan naar opdrachten voor kunstenaars.

Kunstmusea zijn publieksmachines geworden met een marketingconcept gericht op bejaarden en de toeristenindustrie. Musea zijn te veel bezig met het verleden. We moeten ons meer richten op de toekomst. Lees in dezen ook het boek “Grand hotel Europa” van Ilia Leonard Pfeiffer: heel Europa verouderd sterk, heel Europa wordt 1 museum voor toeristen, of je nu in Venetië, Parijs of Amsterdam bent. We zijn onvoldoende toekomstgericht. We blijven achter bij landen als Japan, China, Korea en India.  

Beeldende kunstenaars in Nederland behoren bij de BEST OPGELEIDE beroepsgroep (HBO) en zijn gemiddeld van alle beroepsgroepen het slechts betaald. 73% heeft een inkomen beneden de 20.000 euro bruto per jaar. Daar moeten we dus iets aan doen. Onze gemeente Oldambt zou bij voorbeeld de 1% regeling consequenter moeten toepassen. Deze regeling is opgenomen in de gemeentelijke cultuurnota en geeft aan dat 1% van de bouwsom van nieuwe gemeentelijke gebouwen moet worden besteed aan kunst. En dat zou de gemeente dan ook daadwerkelijk moeten doen b.v. bij het bouwen van de Poort van Winschoten en de Blauwe Loper. De gemeente Oldambt zou ook aan kunstenaars ateliers en woonruimte beschikbaar kunnen stellen. We hebben in Oost-Groningen nogal wat krimp en leegstand. Dat moet dus kunnen.

Voor de gemeente Oldambt ben ik samen met anderen als “het Cultuur Platform van de gemeente Oldambt” bezig met iets elementairs, zijnde het verzamelen van de adressen van kunstenaars. Toen ik daarmee begon had de gemeente zèlf slechts de adressen van 7 beeldende kunstenaars in haar bezit, absurd, terwijl er statistisch gezien 273 personen beroepsmatig actief zijn binnen onze gemeente Oldambt met de “schone kunsten”. Het aantal galeries in geheel Nederland neemt af. Samenwerking tussen galeries onderling is dus wenselijk, ook in Bad Nieuweschans. Het aantal betaalde personeelsleden in geheel Nederland bij alle galeries tezamen bedroeg bij de laatste meting slechts 670 personen in loondienst.

20% van de Nederlandse bevolking doet in hun vrije tijd iets aan beeldende kunstbeoefening en dat zorgt voor volle wanden in huiskamers en daardoor zijn deze amateurs concurrenten geworden van de 15.500 beroeps beeldende kunstenaars in Nederland.  Van die 15.500 beroepskunstenaars heeft 43% een bijbaan nodig om het hoofd boven water te houden. Kunstenaars zijn vaak niet bezig met hun eigen marketing, maar iedere kunstenaar heeft wel zijn eigen publiek als doelgroep en dus is marketing wenselijk. Gezien de verkopen in Nederland is internationaal gaan een verbeteringsmogelijkheid. In het buitenland wordt relatief meer kunst gekocht en verkocht. De grootste kunstexpositie in onze omgeving qua omzet en grootte is Nord Art in Büdelsdorf, waar ieder jaar 250 kunstenaars exposeren uit meer dan 100 verschillende landen. Wie ontbreken? De Nederlandse kunstenaars. Nord Art is een expositieruimte van ruim honderd duizend vierkante meter kunst, zonder kunstenaars uit Nederland toen ik er was (2 x), dat moet veranderen.

Maar gelukkig is er ook de galerie WIEK XX, sedert 1977, van Henriëtte en Frans die een eigen netwerk hebben opgebouwd van kunstverzamelaars en kunstliefhebbers. Als kunstverzamelaar kunt u voor advies altijd terecht bij Henriëtte Mulder en Frans Boersma, op hen moeten we zuinig zijn, zij kennen de kunstmarkt. Dat de huidige exposanten van ZES QUADRAAT zich al 10 jaar verbonden voelen met Galerie WIEK XX, dat moet toch wel iets zeggen voor u als kunstverzamelaar.

Ik wil graag het voorgaande afsluiten met een kleine anekdote. Toen een journalist aan Jean Paul Getty vroeg, (En J.P. Getty was de eerste man met een bezit van meer dan een miljard dollar en is ook bekend door zijn kunstcollectie in eigen drukbezochte musea.): “Meneer Getty, hoe bent u nu zo rijk geworden?” was het antwoord: “De oorzaak van mijn rijkdom is dat ik altijd op het juiste moment heb gekocht en verkocht. Kopen als het in de markt slecht gaat en verkopen als de markt goed gaat “.

Ik raad u dus aan nù kunst te kopen, want het gaat niet goed met de kunstmarkt, maar dat zal zeker in de toekomst veranderen. Nù kunst kopen, want aan het geëxposeerde werk van Zes Quadraat (en dat zijn Jannes Koetsier, Corry Zondergeld, Rachel Dieraert, Steven Rutgers, Noëlla Roos, Rita Lenz plus als gast Ree Meertens), daaraan kunt u vandaag zien dat de kunstmarkt snel duurder zal worden gezien de hoge kwaliteit van de schilderijen van Zes Quadraat. Dank u wel voor uw aandacht.

K.B. van Slochteren, september 2019. Bronnen: deels Raad voor Cultuur.